DPC bevolen om het grootste deel van het wetsvoorstel van de EU-VS-gegevenstransmissiezaak op te halen
Het Ierse Hooggerechtshof heeft vandaag de kosten van het juridisch team van de heer Schrems in verband met het besluit van deze zomer over de doorgifte van gegevens tussen de EU en de VS voor het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU), veroordeeld tot betaling van de kosten van het DPC. De gegevensbeschermingsautoriteit heeft geen recht op de kosten van Facebook, behalve dat de kosten voor drie gerechtsdagen door Facebook moeten worden gedekt.
Achtergrond. De heer Schrems diende in 2013 een klacht in tegen Facebook naar aanleiding van de onthullingen van Edward Snowden over de samenwerking van Facebook met de US Security Agencies, zoals de NSA
Na een eerste bezoek aan het Hof van Justitie van de EU in 2015 over het "Safe Harbor"-besluit, diende de Ierse DPC een nieuwe rechtszaak in tegen de heer Schrems en Facebook om de interpretatie van het EU-recht te "verduidelijken"
5 jaar, 6 weken, 45.000 pagina's. De tweede zaak liep meer dan vijf jaar voor drie rechtbanken in Ierland en op EU-niveau. Tot 25 advocaten en advocaten hebben de hoorzittingen voor het Ierse hooggerechtshof bijgewoond. Meer dan 45.000 pagina's aan documenten werden ingediend door Facebook en meer dan zes weken van hoorzittingen waren nodig om de verschillende argumenten te behandelen. Met name Facebook heeft alle mogelijkheden benut om de procedure uit te breiden en te vertragen
De heer Schrems slaagde uiteindelijk met zijn argumenten tegen de Ierse gegevensbeschermingscommissie (DPC) en Facebook voor het Hof van Justitie van de Europese Unie. Hij heeft nu recht op dekking van zijn proceskosten door de eiser (de gegevensbeschermingsautoriteit) op grond van het beginsel "de verliezer betaalt".
Max Schrems: "Ik heb een korte klacht ingediend en plotseling werd ik als gedaagde genoemd in een uiterst gecompliceerde zaak die naar mijn mening voor een groot deel niet nodig was. Onze argumenten zijn uiteindelijk op Europees niveau geslaagd. De DPC moet nu de juridische kosten voor deze zaak op zich nemen, anders dan drie dagen die Facebook moet betalen"
Kostenbesluit. De rechtbank heeft vandaag besloten dat de DPC alle kosten van de heer Schrems moet terugvorderen, maar dat Facebook de kosten van de DPC en de heer Schrems moet terugvorderen voor drie dagen van de hoorzittingen. De beslissing van vandaag is een principiële beslissing, terwijl de exacte bedragen van de gerechtskosten in een later stadium zullen worden vastgesteld. De heer Schrems heeft geen schadevergoeding of andere betalingen gevraagd. De door hem gevraagde vergoeding is uitsluitend bedoeld om de kosten van zijn juridische vertegenwoordiging en de noodzakelijke kosten te dekken
Er is al ongeveer € 2,9 miljoen naar de eigen advocaten van de gegevensbeschermingsautoriteit in de EU-VS-procedure voor gegevensoverdracht gegaan(Link). Deze kosten zullen uiteindelijk door de Ierse belastingbetaler moeten worden gedekt, aangezien de gegevensbeschermingsautoriteit in de zaak en in de poging om deze kosten op Facebook terug te vorderen, meer dan drie dagen van de meer dan zes weken durende hoorzittingen heeft gefaald. Het budget van de DPC voor 2021 werd verhoogd tot 19,1 miljoen euro, een vertienvoudiging binnen zeven jaar(Link). Toch bedraagt de advocaatkosten van de DPC alleen al voor deze zaak 15% van het budget van de DPC voor 2021.
Max Schrems: "Ik heb ontelbare onbetaalde uren aan deze zaak gewerkt. De kosten die we nu opzoeken zijn de externe kosten voor de noodzakelijke juridische vertegenwoordiging door advocaten en advocaten in Ierland, die vijf jaar lang de rechtszittingen en meer dan 45.000 pagina's aan documenten hebben moeten behandelen. In plaats van al in 2015 een beslissing te nemen, heeft de DPC miljoenen geïnvesteerd in een zaak die de procedure vijf jaar heeft vertraagd en die ze uiteindelijk hebben verloren. De Ierse belastingbetaler moet nu delen van de rekening voor deze exercitie opstrijken.”
Geen beslissing van de gegevensbeschermingsautoriteit na 7 jaar en 5 arresten. De tweede verwijzing naar het HvJEU heeft blijkbaar niet de nodige "duidelijkheid" gebracht die de gegevensbeschermingsautoriteit verlangt. Ondanks de enorme kosten: De waakhond voor gegevensbescherming heeft geweigerd de klacht van de heer Schrems vast te stellen, ondanks het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
In plaats van na zeven jaar een definitieve beslissing te nemen, heeft de gegevensbeschermingsautoriteit besloten een tweede onderzoek naar Facebook in te stellen. Facebook kreeg onmiddellijk een beschikking van de rechtbank die de gegevensbeschermingsautoriteit verbiedt om een nieuw onderzoek in te stellen totdat de rechtbank de wettigheid ervan heeft vastgesteld. De heer Schrems heeft op zijn beurt gerechtelijke stappen ondernomen om zijn zaak uiteindelijk te laten beslechten. De drie partijen zullen elkaar dus in december en januari weer zien om de rechtbank te laten beslissen over de volgende stappen.
Max Schrems: "Kafka had deze procedure niet kunnen verzinnen. Vijf rechtbanken behandelen deze klacht al meer dan zeven jaar. We hebben in elke fase gewonnen, maar de DPC had nog steeds geen beslissing genomen over een klacht uit 2013. Het is ofwel totaal wanbeheer van de procedures ofwel simpelweg onwil om hun werk te doen - hoe dan ook is de situatie zeer problematisch."