De GDPR wordt al jaren onvoldoende gehandhaafd. Ondanks 3.813 klachten waren er in 2024 slechts 62 boetes in Oostenrijk. De situatie zou echter nog slechter kunnen worden: in haar laatste nieuwsbriefkondigde de Gegevensbeschermingsautoriteit (DSB) verdere beperkingen van haar activiteiten aan. De reden hiervoor zijn aanzienlijke bezuinigingen op het budget, ondanks een toenemende werkdruk als gevolg van een voortdurend groeiend takenpakket. Ondertussen zouden GDPR-sancties Oostenrijk aanzienlijke inkomsten kunnen opleveren. De gegevensbeschermingsorganisaties epicenter.works en noyb waarschuwen dringend voor de verwoestende gevolgen van een dergelijke beperking van het fundamentele recht op gegevensbescherming voor alle Oostenrijkers. De twee NGO's zullen daarom een klacht indienen tegen de Republiek Oostenrijk bij de Europese Commissie.

DSB: geld besparen in plaats van de wet handhaven? De Oostenrijkse federale regering lijkt de onafhankelijke gegevensbeschermingsautoriteit (DSB) gewoon in stukken te snijden om geld te besparen. Dit blijkt uit een nieuwsbrief van de DSB, waarin deze een beperking van zijn activiteiten aankondigt. De DSB is al extreem ondergefinancierd in vergelijking met andere EU-landen. Duitsland bijvoorbeeld geeft per hoofd van de bevolking ongeveer twee keer zoveel uit aan zijn gegevensbeschermingsautoriteiten als Oostenrijk. Volgens artikel 52, lid 4, van de GDPR is Oostenrijk echter verplicht om te zorgen voor voldoende financiering voor de DSB. Deze verplichting uit hoofde van de EU-wetgeving wordt duidelijk geschonden.
Stagiairs om grondrechten te handhaven? Omdat de DSB er al niet in geslaagd was om voldoende vaste aanstellingen voor ambtenaren te krijgen, heeft het zich tevreden gesteld met ongeveer 20 administratieve stagiairs. Wettelijk worden deze beschouwd als "materiële onkosten" die na 12 maanden moeten worden ontslagen. Dit resulteert in een constant verlies van expertise en enorme lopende opleidingskosten.
Minder personeel voor meer werk. Tot nu toe heeft de DSB de gegevensbeschermingsrechten van 9 miljoen mensen moeten handhaven met slechts 53 werknemers en 19 administratieve stagiairs (vanaf 2024). Dat was al zo goed als onmogelijk. De DSB heeft echter onlangs aangekondigd dat het budget voor 2026 opnieuw is verlaagd, ondanks stijgende kosten en een groeiende werklast. Als gevolg daarvan zal de gegevensbeschermingsautoriteit niet in staat zijn om de meeste van haar ongeveer 20 administratieve stagiairs te vervangen, waardoor haar toch al precaire personeelsbestand snel zal krimpen. Tegelijkertijd krijgt de DSB te maken met een toenemend aantal mammoettaken als gevolg van de wet op de vrijheid van informatie, kunstmatige intelligentie, targeting in politieke reclame en de richtlijn ter verbetering van de arbeidsomstandigheden bij platformwerk.
Minder procedures, minder adviezen. Het is bijzonder ernstig dat het orgaan voor geschillenbeslechting in de toekomst alleen nog in uitzonderlijke gevallen adviezen zal uitbrengen over geplande wetsontwerpen. Gezien de voortschrijdende digitalisering hebben echter steeds meer wetsvoorstellen een duidelijk verband met gegevensbescherming. Zonder de bevoegde stem van de autoriteit zal een belangrijke impuls voor wetgeving die in overeenstemming is met de grondrechten ontbreken. Bovendien heeft het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO duidelijk gemaakt dat het alleen ambtshalve een procedure zal inleiden als een externe kennisgeving een voldoende concreet vermoeden van een ernstige schending van de GDPR of de DSG Met andere woorden, de DSB zal niet langer op eigen initiatief bedrijven onderzoeken.
Sebastian Kneidinger van Epicenter.works benadrukt: 'Gegevensbescherming is overal. Bijna elke wet raakt aan fundamentele digitale rechten en moet daarom kwalitatief goed geschreven zijn. De overheid zou dit eigenlijk moeten weten. Bezuinigen op gegevensbescherming betekent richting verliezen voor de toekomst. Dit leidt tot slechtere wetten in het land en laat het veld open voor multinationals
Nog langere procedures en verlies van rechtszekerheid. Het DSB wil zich richten op de behandeling van klachten, omdat dit een verplichting is. Maar zelfs hier verwacht de autoriteit verdere vertragingen, ondanks het feit dat procedures in de meeste gevallen al aanzienlijk langer duren dan de wettelijke termijn van zes maanden. Veel zaken slepen jaren aan - en blijven dan jarenlang liggen bij het al even overbelaste Bundesverwaltungsgericht (BVwG). Om ervoor te zorgen dat het BVwG een zaak daadwerkelijk in behandeling neemt, is het bijna altijd nodig om eerst in beroep te gaan bij de hoogste administratieve rechtbank.
Max Schrems van noyb waarschuwt: "Grondrechten zijn waardeloos als ze alleen op papier bestaan. We hebben nu een autoriteit die in noodmodus opereert en rechtbanken die regelmatig zaken onopgelost laten zonder specifieke instructies van de hoogste rechterlijke instantie. Deze situatie is een rechtsstaat onwaardig. Als het DSB echte boetes zou opleggen, zou het een melkkoe voor Oostenrijk zijn. Alleen al een boete tegen Google zou het aandeel van Oostenrijk in de Brenner-basistunnel, dat 6 miljard bedraagt, dekken."
epicenter.works en noyb dienen klacht in bij EU Commissie. In het licht hiervan, noyb en epicenter.works een klacht indienen bij de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft vervolgens de mogelijkheid om een inbreukprocedure tegen Oostenrijk in te leiden.